Toen ik voor het eerst overwoog om zonnepanelen te laten plaatsen, vroeg ik me meteen af of mijn dak daar eigenlijk wel geschikt voor was. Het idee leek aantrekkelijk: zelf energie opwekken, minder afhankelijk zijn van energieleveranciers, en mijn maandlasten verlagen. Maar ik wilde zeker weten dat het niet alleen technisch mogelijk was, maar ook verstandig.
Schaduw en oriëntatie maakten het verschil
Mijn eerste stap was om te kijken hoeveel zon mijn dak daadwerkelijk krijgt. Ik weet dat zonnepanelen het beste werken op een dak dat naar het zuiden gericht is, maar dat is bij mij niet het geval. Mijn dak is deels oost-west gericht, en ik twijfelde of dat rendabel genoeg was.
Ik keek ook naar bomen in de buurt, schoorstenen, dakkapellen en omliggende huizen. Schaduw heeft grote invloed op de opbrengst. Eén deel van mijn dak bleek elke ochtend een paar uur in de schaduw te liggen. Gelukkig bleek dat geen dealbreaker, maar het was wel iets waar ik rekening mee moest houden bij de plaatsing en indeling.
De hellingshoek van mijn dak
Mijn dak heeft een helling van ongeveer 35 graden. Dat is ideaal voor Nederland. Zonnepanelen werken het beste bij een hoek tussen 30 en 40 graden, omdat ze dan optimaal gericht zijn op de zon gedurende het jaar.
Had ik een plat dak gehad, dan zou ik een montagesysteem nodig hebben om de panelen schuin te zetten. Dat kan ook, maar neemt wel meer ruimte in beslag. Bij een te steile helling is de opbrengst iets lager, maar niet onbruikbaar.
Staat van het dak zelf
Voor ik definitief besloot zonnepanelen te nemen, liet ik mijn dak controleren. De dakbedekking is al wat ouder, dus ik wilde zeker weten dat die nog goed genoeg was voor de komende twintig jaar. Ik hoorde van anderen dat je niet wil dat je het dak moet vervangen terwijl de panelen er al op liggen.
De conclusie was gelukkig positief. Mijn dak was stevig genoeg, en de pannen lagen goed. Ook de draagconstructie kon het gewicht van de zonnepanelen aan. Had ik twijfels gehad over de constructie, dan had ik eerst een aannemer laten meekijken.
De beschikbare oppervlakte benutten
Ik keek naar hoeveel ruimte ik eigenlijk had. Mijn dak is niet heel groot, maar ik had wel ruimte voor ongeveer twaalf panelen van standaardformaat. Daarmee zou ik genoeg stroom kunnen opwekken voor het verbruik in mijn huishouden.
Belangrijk vond ik ook dat er voldoende ruimte was tussen de panelen en de dakrand. Installateurs moeten veilig kunnen werken, en de panelen mogen niet te dicht bij de goot of nok worden gelegd vanwege windbelasting en brandveiligheid.
Aansluiting op de meterkast
Voordat ik akkoord gaf op de offerte, liet ik ook controleren of mijn meterkast geschikt was. Voor zonnepanelen is een vrije groep nodig. In mijn geval moest er een aanpassing worden gedaan, maar dat was snel geregeld. Ik vond het belangrijk dat dit netjes werd opgenomen in het totaalplaatje, zodat ik achteraf geen verrassingen kreeg.
De omvormer kreeg een plek op zolder, vlak onder het dak. Zo is de afstand tot de panelen kort, wat gunstig is voor het rendement. De kabel naar de meterkast werd netjes weggewerkt via het trapgat.
Mijn verwachte opbrengst
Na alle metingen en berekeningen kreeg ik een overzicht van de verwachte jaarlijkse opbrengst. Die lag rond de 3.500 kilowattuur per jaar, wat goed overeenkwam met mijn jaarlijkse verbruik. Zo wist ik dat ik grotendeels zelfvoorzienend kon zijn en alleen in de wintermaanden wat extra stroom van het net nodig zou hebben.
De opbrengst werd berekend op basis van ligging, helling, schaduw en rendement van de panelen. Dat gaf me vertrouwen dat de investering zich ook daadwerkelijk zou terugverdienen.
Waar ik blij mee ben achteraf
Wat voor mij het verschil maakte, was dat ik de tijd nam om mijn dak goed te laten beoordelen. Ik liet een specialist langskomen die alles opnam met een zonnescan, meetlint en app voor schaduwprojectie. Daardoor wist ik zeker dat de panelen niet alleen pasten, maar ook efficiënt geplaatst konden worden.
Ik heb niet zomaar ja gezegd tegen de eerste aanbieder, maar meerdere offertes opgevraagd. Zo zag ik welke installateurs ervaring hadden met mijn type dak, en welke systemen het meest geschikt waren.
Wat ik anders zou doen als ik opnieuw moest kiezen
Als ik opnieuw moest beginnen, zou ik misschien eerder kijken naar aanvullende opties zoals een thuisbatterij of monitoring per paneel. Nu heb ik een centrale omvormer, maar bij schaduwrijke plekken is het soms handiger om optimizers of micro-omvormers te gebruiken.
Ook zou ik eerder nadenken over toekomstige uitbreidingen, zoals een laadpaal voor een elektrische auto. Die integratie had ik nu beter kunnen voorbereiden, al is het niet te laat om dat alsnog te doen.