De bananenplant is een tropische blikvanger die steeds vaker in Nederlandse tuinen verschijnt. Met zijn grote groene bladeren brengt hij direct een exotische sfeer. Hoewel veel mensen denken dat de bananenplant alleen binnen of in een kas kan overleven, kun je hem met de juiste verzorging prima buiten in volle grond houden. De keuze van de juiste soort en een goede standplaats zijn daarbij essentieel.
De juiste bananenplant kiezen
Niet elke bananenplant is geschikt voor het Nederlandse klimaat. De Musa basjoo, ook wel Japanse vezelbananenplant genoemd, is de meest winterharde soort. Deze plant kan temperaturen tot ongeveer –10 °C verdragen als hij goed beschermd wordt. Andere soorten, zoals de Ensete ventricosum (rode bananenplant), zijn minder bestand tegen kou en kunnen beter in een pot worden gehouden zodat ze in de winter naar binnen kunnen.
Standplaats en bodem
Een bananenplant houdt van zon, warmte en beschutting. Plaats hem op een zonnige plek, bij voorkeur op het zuiden, waar hij veel licht krijgt maar beschermd is tegen harde wind. De grote bladeren zijn gevoelig voor scheuren, dus een luw plekje is ideaal. De grond moet voedzaam, luchtig en goed doorlatend zijn. Meng tuinaarde met compost en eventueel wat zand zodat overtollig water kan weglopen – natte voeten verdraagt de plant niet.
Aanplanten in de volle grond
De beste periode om een bananenplant buiten te planten is in het late voorjaar, zodra er geen kans meer is op nachtvorst. Graaf een ruim plantgat en vul dit met een mengsel van tuinaarde en compost. Zet de plant op dezelfde diepte als hij in de pot stond en druk de grond stevig aan. Geef direct na het planten royaal water en houd de grond in de eerste weken goed vochtig. Zo kunnen de wortels zich snel hechten en begint de groeiperiode sterk.
Verzorging tijdens de zomer
In de zomer groeit de bananenplant razendsnel – soms wel een meter per maand. Hij heeft dan ook veel water en voeding nodig. Geef regelmatig water, vooral tijdens droge periodes, en voeg om de paar weken vloeibare plantenvoeding toe. Verwijder oude of beschadigde bladeren om nieuwe groei te stimuleren. Aan de voet van de plant verschijnen vaak jonge scheuten, zogenaamde “pups”, die je kunt laten staan voor een vollere plant of kunt scheiden om te vermeerderen.
Bescherming in de winter
Wanneer de temperatuur daalt, heeft de bananenplant bescherming nodig. Knip het blad in de herfst terug tot ongeveer twintig centimeter boven de stam. Bedek de stam vervolgens met een dikke laag stro, bladeren of boomschors en wikkel er ademend tuinvlies of jute omheen. Ook de wortelzone kun je isoleren met mulch om vorstschade te voorkomen. In het voorjaar, zodra de vorst voorbij is, verwijder je de bescherming en loopt de plant meestal snel weer uit.